Het 3^e E-ding in de cursus E-dingen zijn de z.g. Creative Commons.

Voor deze cursus een aanvang nam had ik nog niet van dit begrip gehoord omdat ik niet zo heel veel met Internet werk en ook geen dingen publiceer in deze. Maar na het doorlezen van de heldere theoretische inleiding is mij het één en ander duidelijk(er) geworden. Zeker na het lezen van de FAQ’s van Creative Commons en de sites met achtergrondinformatie op het eind van het verhaal.

Indien je nu allerlei sites gaat bekijken vallen deze iconen je nu direct op.

21 e-dingen gebruikt standaard:

Naamsvermelding

Niet commercieel

Gelijk Delen

Deze bovenstaande licentie houdt in dat je andere toestaat om het werk waar je auteursrecht op hebt te kopiëren, distribueren, vertonen en op te voeren. En tevens om afgeleid materiaal dat op jouw werk gebaseerd is, maar uitsluitend als jij vermeldt wordt als maker. Maar bovenstaande alleen maar voor niet-commerciële doeleinden.

Tot slot slaat het gelijke delen op dat je anderen toestaat om van jouw werk afgeleid materiaal te maken onder de voorwaarde dat zij het onder dezelfde licentie vrijgeven als het originele werk.

De voordelen van deze drie bovenstaande creative commons:

Je komt makkelijk bij allerlei bronnen die je kunt overnemen en voor vele doeleinden kunt gebruiken maar het direct nadeel kan natuurlijk ook zijn dat er heel wat kaf tussen het koren zit en er een devaluatie van bronnen kan ontstaan omdat iedereen dan alles van iedereen, zonder te kijken naar het niveau, kan overnemen.

Vervolgens op de Nederlandse pagina het artikel over Creative Commons opgezocht.

Volgens mij mag deze tekst integraal in de eigen blogpost overgenomen worden aangezien direct op de homepage van Wikipedia het volgende staat vermeld:

Wikipedia is een meertalige encyclopedie, waarvan de inhoud vrij beschikbaar is. Iedereen kan hier kennis toevoegen.

De tweede opdracht in de E-dingen-cursus zijn de repositories.

Op de website van de Hogeschoolbibliotheek (www.bib.hva.nl) zijn in het overzicht van de Databanken (A-Z) behalve de HBO-Kennisbank ook de HvA-Kennisbank en de HvA-Webcolleges te vinden.

Nu is het maar de vraag of de HvA-Webcolleges ook onder repositories te scharen zijn.

In de inleidende theorie over repositories wordt ook direct gezegd dat er onder de experts spraakverwarring is over wat het nu precies is. Als je er van uitgaat dat repositories  archieven zijn waarin “publicaties” duurzaam worden opgeslagen zou het onder de term repositories te vatten zijn.

Veel Nederlandse universiteiten en HBO-instellingen beschikken over een technische infrastructuur die hen in staat stelt om kennisproducten van hun studenten en medewerkers veilig en duurzaam te bewaren  en daar kunnen webcolleges dan natuurlijk ook onder vallen.

Maar ik hoor graag van de mede-cursisten wat hun mening is in deze!

Vervolgens heb ik in de HBO-Kennisbank en de HvA-Kennisbank gekeken en een aantal dingen doorzocht.

HBO-Kennisbank: Hier gezocht in het onderdeel Taal, Cultuur en Kunsten en in het bijzonder:

Musici en mezelf geabonneerd op de RSS-feeds

….en daarna gesnuffeld in de HvA-Kennisbank